‘De Nederlandse politiek is een ongekende bron van humor’

De eloquente historicus Maarten van Rossem reist door het land met zijn Theaterlezing

Na een succesvolle reeks Theaterlezingen, gaat historicus, schrijver en jurylid van de tv-quiz ‘De Slimste Mens’ Maarten van Rossem (78) opnieuw langs de theaters om mensen te vermaken en daarnaast wat op te laten steken. “Het is een van de leukste dingen die ik doe. Andere mensen houden van winkelen, ik hou van optreden in theaters,” zegt Van Rossem met zijn typerende milde ironie. “Ik doe het niet om alsnog wereldberoemd te worden, ik doe het omdat ik het aangenaam vind en omdat ik het geven van college miste nadat ik bij de universiteit moest stoppen. Televisie is leuk omdat je een groot publiek bereikt. Maar in het theater zitten levende mensen, je voelt binnen enkele minuten wat voor zaal het is: hebben ze er zin in of zijn ze wat afwachtend? Dat vind ik erg prettig, want je kunt contact maken.”

"De Theaterlezing is geen show, zoals een cabaretier"

Een vrij betoog
Liefhebbers van de grote kennis van Van Rossem, zijn kunst om brede verbanden te leggen tussen vroeger en nu én zijn prettig relativerende toon vol humor komen ook nu weer ruimschoots aan hun trekken. Van Rossem laat de actualiteit bepalen waar hij het in zijn Theaterlezing over heeft. “Het is een vrij betoog, ik heb het niet uit mijn hoofd geleerd. Ik ben wel bang dat ik iets leuks vergeet en daarom heb ik een klein zwart boekje en daar schrijf ik dan een korte notitie in als mij iets op- of binnenvalt. Aan het begin van het seizoen loop ik die aantekeningen door. Aan sommigen heb je niks, anderen zijn heel aardig. Maar ik heb nooit te weinig materiaal. De Theaterlezing is geen show, zoals een cabaretier. Ik sta niet op het podium aanhoudend grappen te maken of over het leven te filosoferen. Dat kan toevallig wel voorbij komen, maar dat is niet mijn primaire taak.”

Politiek als bron van humor
De Theaterlezing van Maarten van Rossem kan dus per avond verschillen, al heeft hij wel een aantal stokpaardjes: “Het gaat stiekem toch altijd wel over het populisme en de onbeschrijflijke ellende die ons dat gebracht heeft. Ik probeer dat wel te verklaren, maar het is een lastig vraagstuk. Ik besteed vaak aandacht aan de Verenigde Staten en de EU. En vanzelfsprekend heb ik het over de Nederlandse politiek in algemene zin.” Daarbij schuwt de historicus de humor niet. “Zeker niet, maar die ligt meer in het onderwerp zelf. De Nederlandse politiek is eigenlijk een ongekende bron van humor. Soms een enigszins pijnlijke humor. “

Studeren voor werkeloze
Dat Van Rossem geschiedenis ging studeren, was niet vanzelfsprekend. Omdat hij een gymnasium-B-opleiding achter de rug had, vond zijn familie dat hij ook de bètakant op moest. Daar viel meer geld te verdienen. En dus begon de 18-jarige Maarten aan een studie farmacie. Om apotheker te worden. Want zijn eigenlijke doel was: een rustig leventje. “En apothekers, zo had ik gelezen, konden achterin de zaak ongestoord de krant lezen terwijl de assistentes alle medicamenten uitgaven. Ik heb het vier maanden volgehouden, het was een afschuwelijke studie.” Dat hij overstapte naar waar zijn hart lag, de geschiedenis, hield hij geheim voor zijn familie. “Pas toen ik alles verkocht had, de witte jassen, de hele santenkraam – voor de microscoop heb ik nog een leuk prijsje gekregen – heb ik verteld dat ik gestopt was met farmacie en nu geschiedenis deed. Ze hebben mij nog heel lang krantenberichten gestuurd met de kop ‘historicus studeert voor werkeloze’.”

"Lees meer en laat die tv uit, daar is alleen maar ellende op te zien"

Een mijlpaal
In het najaar, op 24 oktober om precies te zijn, wordt Maarten van Rossem 79 jaar. Een mijlpaal? “Wel een beetje. Toen ik jonger was, was de levensverwachting van mijn jaarcohort 76 jaar. Dat is inmiddels gelukkig wel fors opgetrokken. Althans, voor de Nederlandse man in algemene zin. Ik denk wel na over de vraag: hoe lang kan ik doorgaan met vrij straf te werken? Ik leef met het jaar en op een goede dag stopt het. Mijn familie – ik heb een strenge dochter en vrouw – zal dan zeggen: nu kan het niet meer. Daar zie ik met een zekere angst en beven naar uit. Nee, ik heb niet de illusie dat er iets overblijft van wat ik heb geschreven of gedaan, dat wordt allemaal vergeten. Ik heb wat colleges op cd gezet, misschien luisteren mijn kleinkinderen dat over 10 of 20 nog eens af, als komisch moment: zullen we nog even naar opa luisteren? Mijn kleinkinderen hoeven niet per se historici te worden trouwens, als ze maar lezen, vind ik het allang goed. Dat zeg ik ook tegen mijn publiek: lees meer en laat die tv uit, daar is alleen maar ellende op te zien. Van een paar maanden geen televisie kijken, wordt iedereen enorm opgewekt. Echt.”