Hendrik Groen verliest nooit zijn humor

Voor de laatste keer komt de meest geliefde bejaarde van Nederland naar het theater

Gelukkig verscheen er in 2020 een nieuw boek: Opgewekt naar de eindstreep: Het laatste geheime dagboek van Hendrik Groen, 90 jaar. En dus ook een nieuw toneelstuk waarin Beau Schneider (34) voor de derde keer in de huid kruipt van lievelingsbejaarde Hendrik Groen.

Na de sluiting van zijn tehuis in Amsterdam-Noord is Hendrik verhuisd naar Bergen aan Zee, waar hij nieuwe vrienden heeft gemaakt. De Omanido-club (oud-maar-niet-dood) bestaat nog, maar ze zien elkaar weinig. En de tijd is niet zo mild voor hem, hij wordt steeds vergeetachtiger en begint om die reden een nieuw dagboek. In de ontroerende komedie Opgewekt naar de eindstreep probeert Hendrik grip te houden op zijn leven.

Humor als medicijn

Beau Schneider vindt deze Hendrik – hij is inmiddels 90 jaar oud – het moeilijkst om te spelen. “Hij praat continu. Als je zelf praat, heb je namelijk controle. Hendrik wordt steeds verdrietiger en zwartgalliger, dus hij zoekt goede redenen om door te gaan met zijn leven. Humor is dan zijn medicijn, want Hendrik verliest natuurlijk nooit zijn gevoel voor humor. Zijn gebrek aan geheugen lost hij op met lichtvoetigheid en geestigheid. Dat zag ik ook bij mijn vader.” Eric Schneider (87), gerespecteerd toneelspeler en schrijver, overleed eind mei van dit jaar. Beau bracht veel tijd met hem door en verbaasde zich er weleens over hoe parallel het leven van zijn vader liep aan dat van Hendrik Groen. Die hij dus zelf speelde op het toneel. “De jaren na Erics herseninfarct waren ondanks zijn vasculaire dementie een cadeau, mijn vader leefde in bonustijd. De beste herinneringen heb ik aan de middagen dat Eric helemaal in het nu was. Dan voelde ik: we zijn samen.”

Dierbare omstanders

Al voor de eerste Hendrik Groen, Pogingen iets van het leven te maken, had Beau zijn vader goed bestudeerd. Hoe hij praatte en vooral hoe hij bewoog: het aarzelende dat veel ouderen kunnen hebben. “Hij vond het wel gek dat ik zo op hem lette,” lacht Schneider. “Maar het kwam goed van pas: ik moest een senior spelen en had mijn vader als inspiratie.” In Opgewekt naar de eindstreep is Hendrik wel minder jolig is dan in de eerste twee delen. “Deze voorstelling is intiemer, meer ingetogen.” Dat betekent dat Schneider flink aan de bak moet, hij heeft meer tekst dan ooit. “Het is bijna een monoloog ja, met bezoekjes van mensen die hem dierbaar zijn. Telkens is er iemand die Hendrik weer opzweept. Dat vind ik een liefdevol gegeven. Dus dit laatste deel bevat zeker humor, maar ook veel ontroering.”

Door Rinske Wels